Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

ICSI

ICSI (intra-cytoplasmatische sperma-injectie) is een vorm van reageerbuisbevruchting. Bij deze behandeling wordt in het laboratorium een zaadcel rechtstreeks in de eicel geïnjecteerd.

Voor wie is ICSI?

Jullie komen in aanmerking voor ICSI als:

  • er minder dan 1 miljoen zaadcellen in je sperma zitten;
  • er antistoffen tegen zaadcellen in je sperma zitten;
  • je geen zaadleiders hebt. Je kunt ICSI dan combineren met PESA of TESE;
  • er na een aantal IVF-pogingen geen bevruchting heeft plaatsgevonden. Hoeveel pogingen dat zijn, verschilt van kliniek tot kliniek.

Bovendien geldt dat je als vrouw niet ouder mag zijn dan 41. Want de kans op zwangerschap neemt dan af, en de risico’s op complicaties bij zwangerschap en bevalling nemen toe.

Eventueel chromosoomonderzoek bij de man

Voordat jullie aan een ICSI-behandeling kunnen beginnen, kan de arts een chromosoomonderzoek bij de man doen, maar dat gebeurt niet altijd. Met zo'n onderzoek probeert de arts te achterhalen of je drager bent van een erfelijke aandoening die de verminderde zaadkwaliteit (of het afwezig zijn van zaadleiders) veroorzaakt. Heb je zwak zaad? Dan heb je een 5 keer zo grote kans dat je een chromosomale afwijking hebt. Daar hoef je zelf overigens helemaal niets van te merken. De vraag is dan of je het risico wilt nemen om die aandoening aan je kind door te geven.

Zo werkt ICSI

In principe werkt ICSI net als IVF. Het enige verschil is de manier waarop de bevruchting plaatsvindt. Bij IVF worden duizenden zaadcellen met een eicel samengebracht in een reageerbuis. Bij ICSI wordt in het laboratorium één zaadcel met een kleine naald in de eicel gebracht. Na het injecteren van de zaadcel in de eicel groeit de bevruchte eicel uit tot een embryo. Dit embryo wordt in de baarmoeder geplaatst als het acht (of minder) cellen groot is.

Kans op zwangerschap

De kans dat je zwanger wordt van een ICSI-poging is ongeveer 20 procent, afhankelijk van je leeftijd. Ben je zwanger geworden na ICSI? Houd er dan rekening mee dat je een kans hebt van 25 procent dat je een miskraam krijgt.

Risico’s

Voor jou als vrouw gelden dezelfde risico’s als bij IVF. Dat betekent dus kans op:

Risico’s voor je kind

Voor je kind dat geboren wordt na een ICSI-behandeling geldt hetzelfde als voor een IVF-baby: een iets lager geboortegewicht en iets meer kans op een vroeggeboorte. Bovendien gelden een aantal extra risico’s bij ICSI:

  • Bij het injecteren van de zaadcel maakt de laborant een klein gaatje in de wand van de eicel. En met de zaadcel komt er ook een klein beetje van de vloeistof mee waarin de zaadcel is bewaard. Het is niet duidelijk of dit invloed heeft op de latere ontwikkeling van het kind.
  • Natuurlijke selectie speelt bij ICSI geen rol meer. De laborant kiest de zaadcel die er op het oog het gezondst en beweeglijkst uitziet. Maar dat weet hij natuurlijk niet zeker. Ook hiervan is de invloed op de ontwikkeling van het kind nog onbekend.
  • Misschien is het sperma van de vader onvruchtbaar omdat hij een erfelijke aandoening heeft. Zo zorgt de natuur ervoor, dat hij die aandoening niet door kan geven aan zijn kind. Met ICSI omzeil je het vruchtbaarheidsprobleem.  Maar dat betekent dus ook dat je een mogelijke erfelijke aandoening aan je kind kunt doorgeven.
  • Je kind heeft een zeer kleine kans op een chromosoomafwijking: een meisje kan een geslachtschromosoom missen, een jongen kan er eentje teveel hebben. Meestal is iemand met zo’n afwijking onvruchtbaar.

Je beslist zelf of je je ongeboren kind laat onderzoeken op aangeboren afwijkingen.

Bronnen

  • ICSI, Intracytoplasmatische sperma-injectie, een voorlichtingsbrochure van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)
  • ICSI, voorlichting van patiëntenvereniging Freya
  • Adviseur bij het schrijven van dit artikel was IVF-analiste Wendy Hoogervorst.

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.