Praat en lees met je kind, om zijn
taalontwikkeling te
stimuleren.
Alle informatie over ouderschap op een rij
© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl
Bij de man zijn minder vruchtbaarheidsonderzoeken te doen bij de vrouw. Alles staat of valt met de kwaliteit van het sperma.
Niet leuk, maar wel goed om te weten: bij 80 procent van de mannen met zwak zaad wordt geen oorzaak gevonden, óf een oorzaak die niet te verhelpen is.
Als eerste neemt de specialist een vragenlijst met je door. Je beantwoordt vragen die gaan over je leefgewoonten, werkomstandigheden, lichamelijke gesteldheid en eventuele erfelijke aandoeningen in je familie.
Zo nodig doet de arts ook een lichamelijk onderzoek. Hij kijkt dan naar operatielittekens, het beharingspatroon en mogelijke afwijkingen aan je penis. Ook onderzoekt hij de zaadballen op mogelijke ontstekingen of een spataderkluwen. Via de anus kan de arts daarna nog je prostaat aftasten.
De gynaecoloog kan een zaadonderzoek doen om de kwaliteit van je zaad te bepalen. Bij dit onderzoek vang je het zaad van één zaadlozing op in een potje. Dat kan thuis of in het ziekenhuis. Zorg ervoor, dat:
Misschien lijkt het alsof je weinig zaad produceert. Maar het is altijd genoeg voor het onderzoek. In het laboratorium bekijkt de onderzoeker je zaad onder de microscoop. Na ongeveer twee weken is de uitslag van het onderzoek bekend. De arts bespreekt de uitslag van het onderzoek met je.
Zaadonderzoek is altijd een momentopname. De kwaliteit van je zaad kan nogal verschillen. Ben je de afgelopen maanden ziek geweest? Dan kan dat de uitslag beïnvloeden. Heb je een afwijkende uitslag? Dan wordt het nog een keer gedaan. Of de gynaecoloog stelt één van de andere onderzoeken op deze pagina voor.
Met een MAR-test of een IBT-test kan de arts onderzoeken of er antistoffen tegen zaadcellen in je lichaam zitten. Er wordt gezocht naar twee soorten antistoffen: IgA en IgG. Zitten deze antistoffen bij een groot gedeelte van de zaadcellen? Dan is het waarschijnlijk moeilijker voor jouw sperma om een eicel te bevruchten.
Bij een samenlevingstest wordt onderzocht wat de invloed is van het baarmoederhalsslijm van je partner op jouw sperma.
Is jouw zaad erg zwak? Dan kan de specialist een hormoononderzoek doen. Maar dat is niet gebruikelijk. Hormoonafwijkingen zijn namelijk vrijwel nooit de oorzaak van vruchtbaarheidsproblemen bij de man. Bij hormoononderzoek kijkt de arts of er een afwijking is op het niveau van de hersenen (de hypofyse), of op het niveau van de zaadballen. Omdat te onderzoeken, meten ze de hormonen FSH, LH en testosteron met een bloedonderzoek.
Vindt de arts minder dan één miljoen bewegende zaadcellen per milliliter van jouw sperma? Dan krijg je waarschijnlijk een chromosoomonderzoek. Zo wil de arts onderzoeken of een erfelijke afwijking misschien het vruchtbaarheidsprobleem veroorzaakt. Ook een DNA-onderzoek van je bloed is mogelijk. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je geen zaadleiders hebt. Dat wordt misschien veroorzaakt door een genetische afwijking.
Als je sperma geen of nauwelijks levende zaadcellen bevat, dan kan de arts je zaadballen (testikels) verder onderzoeken. Hij kan een echoscopie maken om te kijken of er iets is dat de zaadleiders afsluit en de zaadcellen tegenhoudt. Of misschien zit er een spataderkluwen in je balzak. Dat is allemaal te zien op een echo.
Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.