Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

Stuitligging

Soms ligt een baby niet met zijn hoofdje naar beneden tegen het einde van de zwangerschap. Wat kun je dan doen?

Bij ruim 96 procent van de zwangere vrouwen ligt de baby aan het eind van de zwangerschap in hoofdligging, dus met zijn hoofdje netjes ingedaald in het bekken. Maar sommige kinderen liggen in een stuit.

Wat is een stuitligging?

Als je baby met zijn hoofdje naar boven in je baarmoeder ligt, dan ligt hij in een stuitligging.

  • Ligt hij met zijn billetjes naar beneden, en met zijn beentjes omhoog? Dan heet dat een ‘onvolkomen stuit’.
  • Liggen zijn voetjes helemaal beneden, bij de baarmoederuitgang? Dat heet een ‘volkomen stuit’.

Het is vaak niet duidelijk waarom een kind in een stuitligging ligt.

Waarom is een stuitligging een probleem?

Voor een gewone bevalling is het belangrijk dat de baby met zijn hoofdje als eerste naar buiten komt. Want dat is het dikste gedeelte van zijn lichaam. Als dat er eenmaal door is, dan volgt de rest vanzelf. Liggen zijn beentjes of billetjes eerst? Dan wordt de bevalling lastiger.

Tot wanneer kan de baby zelf draaien?

Tot de 34e of 35e week kan je baby nog draaien. Maar daarna wordt hij langzaam te groot. Hij krijgt steeds minder bewegingsruimte. De kans dat je baby na 36 weken nog draait, wordt steeds kleiner.

Een uitwendige draaipoging

Je kunt ervoor kiezen om het kind te laten ‘draaien’. Dat gebeurt meestal in het ziekenhuis, maar er zijn ook verloskundigen die het in hun praktijk doen. Vanaf 36 weken kun je een draaipoging laten doen.

Hoe werkt een draaipoging?

  • Je ligt met blote buik op een onderzoekstafel.
  • Eerst controleert een verpleegkundige de harttonen van je baby.
  • Dan pakt de arts vanaf de buitenkant van je buik je baby vast: één hand onder zijn billetjes en één hand bij zijn hoofdje.
  • Op deze manier probeert de arts het kind in je baarmoeder te draaien: de billetjes omhoog en het hoofdje omlaag.
  • Het draaien geeft een onaangenaam gevoel. Het kan ook een beetje pijn doen.
  • De poging duurt meestal een paar minuten.

Wat is de kans op succes?

De kans dat je kind daadwerkelijk draait, is ongeveer 40 procent. Het succes hangt onder andere af van:

  • de hoeveelheid vruchtwater in je baarmoeder;
  • de grootte van je kind;
  • de plek van de placenta;
  • de flexibiliteit van je baarmoeder;
  • je eigen lichaamsbouw.

Hoe gaat het verder?

  • Is de draaipoging gelukt? Dan kun je uitkijken naar een gewone bevalling. Het kan gebeuren dat je baby weer terugdraait in de stuitligging. In dat geval kun je nog een draaipoging laten doen.
  • Is de uitwendige draaipoging niet gelukt? Dan sta je voor een keuze. Wil je een vaginale stuitbevalling of een keizersnede?

Kiezen voor stuitbevalling of keizersnede

De gynaecoloog adviseert je over de keuze tussen een stuitbevalling en een keizersnede. Aan beide bevallingen zijn risico’s verbonden.

Soms kun je niet kiezen

In een aantal gevallen is er maar één optie. Dan heb je geen keuze.

  • Het is te laat voor een keizersnede: het kind staat op het punt om geboren te worden.
  • Het is te vroeg voor een keizersnede: pas vanaf 38 weken zijn de longen van je baby sterk genoeg om een keizersnede zonder problemen te kunnen doormaken.
  • De gynaecoloog vindt een vaginale stuitbevalling niet verantwoord omdat:
    • je baby te groot is of niet gunstig ligt
    • je vorige bevalling problematisch verliep
    • de ontsluiting of uitdrijving tijdens de bevalling niet goed gaat;
    • de harttonen van je baby verslechteren.

Aanbevolen websites

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.