Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

Het zelfbeeld van je kind

Al vrij vroeg begint je kind een beeld van zichzelf te vormen. Wat is een zelfbeeld precies? En waarom is het belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind?

Wie ben ik?

Iedereen heeft het, iedereen kent het, maar het is lastig te omschrijven: het ‘ik-gevoel’ of het ‘zelf’. Het is moeilijk om te omschrijven wat voor gevoel dat precies is, maar het is wel belangrijk dat je dat gevoel hebt. Het beeld dat je van jezelf hebt, is niet aangeboren: dat ontwikkel je in de loop der jaren op basis van een hoop ervaringen.

Zelfbeeld ontwikkelen

Jouw kind zit midden in het proces van het ontwikkelen van zijn zelfbeeld. De ervaringen die hij in zijn jeugd opdoet, kunnen bepalend zijn voor zijn zelfbeeld voor de rest van zijn leven.

Wat is een zelfbeeld?

Ook psychologen hebben veel moeite met het omschrijven van wat een zelfbeeld nu precies is. In de Kleine ontwikkelingspsychologie deel I onderscheidt Rita Kohnstamm 4 elementen van het begrip zelfbeeld:

  1. zelfbesef
  2. zelfvertrouwen
  3. zelfwaardering
  4. zelfkennis

Zelfbesef

Als hij nog in je baarmoeder zit, heeft je baby geen gedachten over zichzelf. In de eerste periode na de geboorte heeft hij nog niet door dat zijn lichaamsdelen van hemzelf zijn. Pas door bepaalde bewegingen eindeloos te herhalen ontdekt hij dat hij zelf zijn handje laat bewegen. Dat eerste begin van zelfbesef heeft dus te maken met lichamelijke gewaarwording, in combinatie met een rijpend brein dat bepaalde verbanden tussen gebeurtenissen kan begrijpen.

Zichzelf herkennen in een spiegel

Rond 2 jaar kan je kind zichzelf in een spiegel herkennen. Ook een vorm van zelfbesef. Maar de belangrijkste spiegels in het leven van je kind zijn de mensen om hem heen. Jij en je partner, maar ook een aantal andere belangrijke hechtingsfiguren. Van al deze mensen krijgt je kind de bevestiging dat hij er is en dat hij ertoe doet.

Taal is belangrijk

Naarmate je kind beter leert praten, neemt zijn zelfbesef toe. Hij leert dingen, gebeurtenissen en gevoelens onder woorden brengen en kan daar dus beter over nadenken. Praten met de mensen om hem heen is dus niet alleen heel belangrijk voor zijn taalontwikkeling, maar ook voor de ontwikkeling van zijn zelfbesef.

Zelfvertrouwen

Zelfbesef betekent dat je kind begrijpt dat hij het zelf is die bepaalde recties in zijn omgeving veroorzaakt. Zelfvertrouwen komt daaruit voort: hij gelooft dat hij iets kan. Hij heeft zo vaak meegemaakt dat een actie van hemzelf een bepaalde reactie uitlokt, dat hij zeker weet dat het de volgende keer weer zal gebeuren.

Zelfvertrouwen opbouwen

Je kind bouwt gemakkelijker zelfvertrouwen op als hij leert om plezier te hebben in zijn eigen prestaties (in plaats van gemotiveerd te worden door beloningen van buitenaf).

Uit onderzoek blijkt verder dat je (jonge) kind zelfvertrouwen opbouwt:

  • als je hem bij grotemensenkarweitjes betrekt. Moedig hem aan om een klein (niet te moeilijk) taakje op zich te nemen en help hem als dat nodig is. Complimenteer hem als het lukt.
  • als je met hem over dagelijkse gebeurtenissen praat en hem daarbij veel ruimte geeft voor zijn eigen inbreng. Zo sta je hem toe om zijn eigen ideeën te hebben.

Check: Vaders doen vaker een beroep op het ‘zelf kunnen’ van hun kinderen, of dat nou jongens of meisjes zijn. Voor de ontwikkeling van zijn zelfvertrouwen is het goed voor je kind om regelmatig klusjes met zijn vader te ondernemen.

Zelfwaardering

Zelfwaardering heeft te maken met een veilige hechting. Het is het gevoel dat je het beste kunt omschrijven als: ‘ik ben de moeite waard’ of ‘ik mag er zijn’. Je kind moet voldoende ervaren hebben dat hij ertoe doet, dat hij van waarde is voor degene die voor hem zorgt. Een kind dat onveilig gehecht is voelt van binnen dat hij niks waard is en niks kan. Dat kan tot gedragsproblemen leiden.

Zelfkennis

Zelfkennis ontstaat ongeveer tegelijk met zelfwaardering. Voor zelfkennis moet je kind als het ware van een afstandje naar zichzelf kunnen kijken, en kunnen nadenken over vragen als: Hoe zie ik eruit? Wat kan ik goed? Wat vinden andere mensen van mij? Als je kind 2 of 3 jaar is, kan hij naar zichzelf kijken en zichzelf accepteren als een vanzelfsprekend gegeven. Vanaf 6 of 7 jaar begint je kind zichzelf met anderen te vergelijken en kritisch naar zichzelf te kijken. Hij kan dan bijvoorbeeld denken: ‘Was ik maar wat langer’, of ‘Kon ik maar wat beter dansen’.

Zelfkennis is subjectief

Zelfkennis een subjectief oordeel van je kind over zichzelf. Het wordt beïnvloed door zijn zelfwaardering. Heeft je kind bijvoorbeeld een lage zelfwaardering? Dan zal hij sneller over zichzelf denken dat hij iets niet kan, terwijl objectief best vast te stellen is dat hij het wel kan.

Een positief zelfbeeld stimuleren

Als ouder kun je met jouw gedrag (en de manier waarop je op je kind reageert) het zelfbeeld van je kind beïnvloeden. Hoe kun je ervoor zorgen dat je kind een positief zelfbeeld krijgt?

Bronnen

  • Kleine ontwikkelingspsychologie deel I: het jonge kind, Rita Kohnstamm (zesde druk, 2009). Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum, Houten

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.