Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

Vmbo

Vmbo staat voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Het bereidt je kind voor op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).

Wat is het vmbo?

Het vmbo duurt 4 jaar en is een voorbereiding op het middelbaar beroepsonderwijs. Van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs zit ongeveer 60 procent op het vmbo.

Onderbouw

De eerste twee jaar van het vmbo vormen de onderbouw. In de onderbouw krijgt je kind een aantal basisvakken:

  • Nederlands
  • Engels
  • rekenen/wiskunde
  • natuur
  • maatschappij
  • cultuur
  • sport/beweging

Bovenbouw: vier leerwegen

Na de onderbouw kan je kind kiezen uit vier leerwegen. Het verschil tussen die leerwegen zit ‘m vooral in hoe praktisch of theoretisch het onderwijs is.

Basisberoepsgerichte leerweg

De basisberoepsgerichte leerweg is voornamelijk praktisch van aard. Je kind doet examen in 4 algemene vakken en een beroepsgericht vak. Sommige scholen bieden binnen deze leerweg ook een leerwerktraject of assistentopleiding aan. Deze leerweg geeft toegang tot de basisberoepsopleidingen (niveau 2) van het mbo.

Kaderberoepsgerichte leerweg

De kaderberoepsgerichte leerweg past bij je kind als hij theoretische kennis het beste opdoet door praktisch bezig te zijn. Je kind doet examen in 4 algemene vakken en een beroepsgericht programma van 960 uur. Deze leerweg sluit aan op een basisberoepsgerichte opleiding op kaderniveau (niveau 3) van het mbo.

Gemengde leerweg

Heeft je kind weinig moeite met leren, maar wil hij zich ook meteen al voorbereiden op een bepaald beroep? Dan is de gemengde leerweg geschikt. Want dat is een combinatie van praktisch en theoretisch onderwijs. Je kind doet examen in 5 algemene vakken en een beroepsgericht programma van 320 uur. De gemengde leerweg bereidt je kind voor op een vak- of middenkaderopleiding van het mbo (niveau 3 of 4). Met een diploma van de gemengde leerweg kan je kind ook naar de havo.

Theoretische leerweg

De theoretische leerweg is niet gericht op een bepaalde beroepskeuze. Je kind doet examen in 6 algemene vakken. Met een diploma van de theoretische leerweg kan je kind naar een vak- of middenkaderopleiding van het mbo (niveau 3 of 4) en naar de havo. De theoretische leerweg kun je vergelijken met de vroegere mavo.

Vijf sectoren

Binnen de 4 leerwegen kan je kind kiezen uit 5 sectoren:

  • Economie
  • Techniek
  • Zorg & Welzijn
  • Landbouw
  • Intersectoraal: een combinatie van twee van bovenstaande sectoren

Niet alle scholen bieden dezelfde beroepsgerichte vakken

Het is onmogelijk voor vmbo-scholen om alle beroepsgerichte vakken aan te bieden. Vraag daarom van tevoren na, welke vakken je kind kan volgen op de vmbo-scholen in jullie omgeving. Dat zal voor een belangrijk deel jullie keuze bepalen.

Extra hulp met leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)

Vmbo-scholen willen dat zo veel mogelijk leerlingen hun diploma halen. Daarom is er extra hulp beschikbaar voor leerlingen die dat nodig hebben. Dat heet leerwegondersteunend onderwijs, kortweg lwoo. Je kind krijgt dan meer begeleiding en meer tijd om zich de lesstof eigen te maken.

Wie beslist over extra ondersteuning?

De school beslist zelf of je kind extra hulp nodig heeft. Daarna bepaalt een regionale verwijzingscommissie (rvc-vo) of de school extra geld krijgt om je kind te ondersteunen. Zo ja, dan krijgt je kind een indicatie voor lwoo. De school kan ook leerlingen zonder indicatie toelaten tot het lwoo.

Een vmbo-diploma is geen startkwalificatie

Een vmbo-diploma geldt niet als startkwalificatie. Dat betekent, dat je kind na het behalen van zijn vmbo-diploma nog een tijdje naar school moet. Na het vmbo gaat je kind verder op het mbo. Een mbo-diploma is wel een startkwalificatie (behalve een mbo-diploma op niveau 1). Daarmee heeft je kind een goede kans om een serieuze baan (‘duurzaam geschoold werk’) te krijgen.

Bronnen

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.