Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

Pubers en internet

Jongeren kijken minder televisie, maar zitten steeds meer op internet. Waaraan besteden ze hun internettijd? En waarom zijn de sociale contacten die ze op internet onderhouden, belangrijk?

Internet verdringt televisie

Het internetgebruik van jongeren neemt toe. Had je een paar jaar geleden nog een computer nodig om op internet te komen, tegenwoordig doe je dat gewoon met je mobiele telefoon. Vrijwel alle 13-jarigen hebben een smartphone, en facebooken en twitteren er de hele dag lustig op los. Internet neemt een steeds belangrijkere positie in in het mediagebruik van jongeren.

Pubers en hun mediagebruik

Volgens cijfers uit 2010 besteden 13- tot 16-jarigen per dag 6,5 uur aan media:

  • 2 uur tv
  • 1,5 uur radio en muziek
  • 0,5 uur kranten en tijdschriften
  • 2,5 uur internet

Voor 17- tot 19-jarigen ligt het totale mediagebruik op 5 uur per dag:

  • 2 uur tv
  • 0,5 uur radio en muziek
  • 0,5 uur kranten en tijdschriften
  • 2 uur internet

Internetten: sociaal en informatief

Onder internetgebruik valt een scala aan bezigheden: sociale media (Facebook, Twitter, Whatsapp of Ping), filmpjes bekijken, surfen voor informatie en online gamen. Gemiddeld genomen besteden 13-tot 16-jarigen per dag 1 uur aan sociale media. Voor oudere pubers is dit maar de helft, omdat zij hun vrienden meer buitenshuis ontmoeten. Verder besteden jongeren per dag ongeveer:

  • 21 minuten aan filmpjes kijken
  • 36 minuten aan surfen voor informatie
  • 33 minuten aan online gamen

Jongens en meisjes

Het zal je niet verbazen dat jongens hun internettijd anders besteden dan meisjes. Jongens besteden meer tijd aan gamen. Meisjes gebruiken internet vooral om hun sociale contacten op peil te houden. Jongens zitten nu eenmaal anders in elkaar dan meisjes.

Internet biedt steeds meer informatie

Internet is een uitdijend universum vol informatie. De Nederlandse Wikipedia heeft alleen al meer dan 1 miljoen artikelen. Op YouTube staan meer dan 100 miljoen video’s. Het kost steeds meer tijd om, als je een zoekopdracht geeft, de zoekresultaten te bekijken, te analyseren en te selecteren totdat je gevonden hebt wat je zoekt. En het ene zoekresultaat leidt ook weer tot het andere. Het is gemakkelijk voor een puber om te blijven hangen in die steeds maar aanzwellende stroom van informatie.

Internet biedt steeds meer sociaal contact

Een groot deel van de tijd dat je kind online is, besteedt hij aan sociaal contact met zijn vriendengroep. Juist in de puberleeftijd is het contact met leeftijdsgenoten cruciaal. De gesprekken op sociale sites als Facebook, Twitter of MSN verschillen niet wezenlijk van de gesprekken die jongeren vroeger in het winkelcentrum, in de sportkantine of op straat voerden. Roddelen, flirten, grapjes maken, bluffen, rondhangen: dat deden jongeren toen en dat doen ze nu nog steeds. Alleen is het nu zichtbaar voor iedereen.

Zelfpresentatie en zelfonthulling

Communicatiewetenschappers van de Universiteit van Amsterdam onderzochten wat online communicatie bijdraagt aan de sociale ontwikkeling van jongeren. Twee dingen, constateerden zij: zelfpresentatie (jezelf op een bepaalde manier presenteren) en zelfonthulling (de manier waarop je intieme informatie over jezelf onthult). Dit zijn vaardigheden die je nodig hebt in het sociale verkeer en die je op internet goed kunt oefenen. Het is bijvoorbeeld belangrijk om persoonlijke ontboezemingen te leren doseren. Als je te weinig over jezelf vertelt, sluit je minder snel vriendschappen. Maar te veel van jezelf laten zien schrikt mensen ook af. Als je kind zelfpresentatie en zelfonthulling eenmaal goed onder de knie heeft, dan heeft hij daar voordeel van bij de vorming en kwaliteit van nieuwe vriendschappen.

Als internetten een probleem wordt

Ieder kind gaat anders om met de verleidingen van internet en sociale contacten die zo’n beetje 24 uur per dag beschikbaar zijn. Wanneer wordt internetten een probleem? Zodra andere belangrijke activiteiten in het gedrang komen. En wat kun je doen om te voorkomen dat internetten een probleem wordt?

Bronnen

  • Dit artikel is gebaseerd op het hoofdstuk Infobesitas: opgroeien in het informatietijdperk uit het boek Puberbrein binnenstebuiten van Huub Nelis en Yvonne van Sark (2010). Uitgeverij Kosmos, Utrecht.

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.