Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

Het proces van hechting

Hechting is een belangrijk onderdeel van de sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind. Hoe gaat hechting precies in zijn werk? En wanneer is de hechting van je kind compleet?

Wat is hechting?

Hechting is de manier waarop je kind een emotionele band opbouwt met jullie als ouders en met andere belangrijke volwassenen in zijn omgeving (bijvoorbeeld een opa of een pedagogisch medewerker). Hechting is een biologische noodzaak: door zich aan iemand te hechten, zorgt je kind ervoor dat er voor hem gezorgd wordt. De behoefte om zich aan iemand te hechten is daarom ook voorgeprogrammeerd, die zit in hem: het is een reflex.

Je kind wil dat jij je aan hem hecht

Je kind doet er alles aan om de hechtingsrelatie met jou op gang te brengen. In de eerste periode na de geboorte verleidt je baby jou om voor hem te zorgen door er lief en schattig uit te zien. Bovendien zet hij het op een huilen als hij iets vervelends als honger, pijn, kou of angst ervaart. Ook dat zet jou als ouder aan om ervoor te zorgen dat je kind zich (fysiek) veilig voelt.

Hoe gaat hechting in zijn werk?

  • 0-3 maanden: voorhechting
  • 3-7 maanden: beginnende voorkeur
  • 7-12 maanden: sterke voorkeur en scheidingsangst
  • 12-48 maanden: afnemende scheidingsangst

0-3 maanden: voorhechting

Je baby is een sociaal wezen: hij maakt al snel contact met zijn omgeving. Hij reageert op warmte, aanraking en aandacht. Hij herkent jouw gezicht en dat van je partner, en ook jullie stemmen. Maar het maakt hem nog niet zo veel uit wie hem oppakt, knuffelt of verzorgt. Als iemand anders dan papa of mama dat doet, vindt hij dat ook prima.

Check: In deze fase gaat je kind ook voor het eerst glimlachen. Dat is een reflex: hij doet het niet bewust. Maar als ouder kun je daar enorm blij van worden. Ook dat glimlachen versterkt dus de hechting.

3-7 maanden: beginnende voorkeur

Na 3 maanden krijgt je kind langzaam een voorkeur voor bepaalde mensen in zijn omgeving. Dat zijn de mensen die de meeste tijd met hem doorbengen, die hem het meest voeden en verzorgen, en die hij herkent aan hun gezicht. Ook hecht hij zich in deze fase vaak aan personen die alert op zijn signalen reageren en die zelf spontaan contact met hem maken. Hij heeft nu 4 of 5 hechtingsfiguren, van wie hij het niet erg vindt als die hem oppakken.

Check: Wordt je kind door iemand anders opgepakt dan een hechtingsfiguur? Dan laat hij nog geen sterke afkeur horen. Maar zijn gezicht zal vaker verstarren naarmate hij ouder wordt. Bovendien lacht hij minder uitnodigend naar alle volwassenen.

7-12 maanden: sterke voorkeur en scheidingsangst

Vanaf 7 maanden begint je kind zich steeds sterker aan een beperkt aantal personen te hechten. Je merkt dat doordat hij duidelijk protesteert als hij door een relatief onbekend persoon wordt opgetild. Hij is nu bang voor ‘vreemden’ en wil het liefst bij bekenden in de buurt zijn. Daarnaast kan hij heel bang worden dat een hechtingsfiguur weggaat en niet meer terugkomt.  Je kind hecht zich nu ook niet meer meteen aan degene die hem het meest verzorgt of te eten geeft, maar aan degene die hem het meest boeit.

Tip: In deze fase is het ‘kiekeboespelletje’ belangrijk: zo oefent je kind met het idee dat jij toch altijd weer terugkomt, ook al ziet hij je even niet. Daarvoor heeft hij objectpermanentie nodig.

Check: Gaat je kind voor het eerst naar de kinderopvang? Doe dat dan niet na zeven maanden. Want juist in die periode heeft je kind het liefst bekenden om zich heen! De overgang naar een kinderdagverblijf kan dan heel moeilijk zijn. De beste periode om te beginnen met kinderopvang is tussen 3 en 5 maanden, of rond 12 maanden.

12-48 maanden: afnemende scheidingsangst

Vanaf 12 maanden krijgt je kind door dat jij echt wel weer terugkomt nadat je bent weggegaan. Zijn scheidingsangst wordt daardoor weer veel minder. Dat moment kan ook iets later liggen: ontwikkelingspsychologe Rita Kohnstamm beschrijft dat veel kinderen een piek van aanhankelijkheid en gehechtheid hebben bij 17 tot 18 maanden. Daarna begint de langzame losmaking, die gestaag leidt naar zelfstandigheid.

Vanaf 4 jaar: afronding hechtingsproces

Aan het einde van het vierde levensjaar is het proces van hechting grotendeels afgerond. Als het goed is, is je kind tegen die tijd veilig gehecht. Dat geldt voor ongeveer 70 procent van alle kinderen. Bij kinderen bij wie het hechtingsproces niet zo goed gelukt is, spreken ontwikkelingspsychologen van een onveilige hechting. In totaal zijn er 4 verschillende hechtingsstijlen.

Bronnen

  • Mensenkinderen! De 17 belangrijkste ontwikkelingsgebieden van kinderen tussen 0 en 4 jaar (en 12 belangrijke gevolgen voor hun opvoeding), Steven Pont (2012). Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam
  • Kleine ontwikkelingspsychologie deel 1: het jonge kind, Rita Kohnstamm (2009). Uitgeverij Bohn, Stafleu van Loghum, Houten

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.