Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

De taalontwikkeling van je peuter

De taal van je peuter wordt tussen zijn tweede en vierde verjaardag steeds rijker en ingewikkelder. Hij begint de regels van de taal te begrijpen en krijgt steeds meer woordsoorten tot zijn beschikking.

Het meerwoordstadium

De fase waarin je kind twee woordjes aan elkaar rijgt, duurt eigenlijk maar kort. Met zijn tweewoordzinnetjes kan hij namelijk al veel met je bespreken. Hij krijgt dus veel nieuwe woordjes en taalinformatie van jou terug. Daardoor komt hij al snel in het meerwoordstadium. Als je kind 2,5 jaar oud is, dan kan hij best al zinnetjes van 3 tot 5 woorden maken. Dat gaat ineens heel snel.

Taalregels

Vanaf het moment dat je peuter zinnetjes van meer dan 2 woorden kan maken, maakt hij ook langzaam een begin met het begrijpen en toepassen van de regels van onze taal. Je kind probeert zelf zinnen op te bouwen aan de hand van taalregels die hij heeft ontdekt. In dit stadium komt het creatieve aspect van taal om de hoek kijken.

Ontwikkeling van het denken

In een rap tempo leert je kind nu nieuwe woorden, waarmee hij ook zijn denkwereld kan vergroten. Zodra hij een voorwerp, situatie of gevoel kan benoemen, kan hij er ook over nadenken. Bovendien kan hij steeds beter met anderen praten over wat hij heeft meegemaakt of wat hij voelt. Dat stimuleert zijn sociale ontwikkeling.

Nieuwe woorden bedenken

Je kind kan ook al over dingen nadenken waar hij het woord niet voor weet. Om daar vervolgens toch over te kunnen praten, verzint hij zelf een woord. Zo’n woord is vaak best goed gevonden: je kunt eraan zien dat je kind logisch heeft nagedacht. Bijvoorbeeld ‘bloemenwaterzeef’ voor gieter. Deze zelfverzonnen woorden verdwijnen vaak weer snel omdat je kind al gauw het juiste woord leert.

Begin van grammatica

Vanaf 2,5 jaar krijgt je kind steeds meer inzicht in de regels van de grammatica.

  • Hij probeert het verschil aan te geven tussen meervoud en enkelvoud. Je kind weet dat hij van een woord meervoud kan maken door er ‘-en’ of ‘-s’ achter te zetten. Hij kan daarmee ook (logische) fouten maken: ‘koe-en’ of ‘auto-en’.
  • Hij leert werkwoorden te vervoegen: ‘ik loop’, ‘papa loopt’. Dit gaat nog lang niet altijd goed. Maar rond een jaar of 3 heeft je peuter dit meestal aardig onder de knie.
  • Ook experimenteert hij met de verleden tijd van werkwoorden: ‘ik eette’, ‘ik heb opge-eet’. Ook hiermee moet hij lang oefenen.
  • Het verschil tussen ‘ik’-‘jij’  ‘hij’-‘zij’, ‘mijn’-‘jouw’, ‘zijn’-‘haar’. Eerst moet je kind iemand anders kunnen onderscheiden van hemzelf. Daarna leert hij het verschil tussen ‘jij’, ‘hij’ en ‘zij’.
  • Je kind gaat voorzetsels gebruiken, zoals ‘in’, ‘op’ en ‘bij’. Meestal heeft hij een paar voorzetsels tot zijn beschikking die hij overal voor gebruikt. Hoe ouder je kind wordt, hoe meer voorzetsels hij leert.
  • Een zin vragend maken doet je kind rond 2,5 jaar ineens niet meer alleen met zijn intonatie; hij gaat ook de zinsvolgorde omkeren. ‘Jij gaat mee?’ wordt ‘Ga jij mee?’ En hij leert ook vraagzinnen maken die met een vraagwoord beginnen: ‘wie’, ‘wat’ en ‘waar’.
  • Als hij ongeveer 3 jaar oud is, gebruikt je kind het woordje ‘niet’ op de juiste plaats in de zin.

Spraakmotoriek

Je kind spreekt alle woorden nu een stuk beter uit dan toen hij nog een dreumes was. Toch is het heel normaal dat er ook nu nog fouten in zijn uitspraak zitten.

  • De ‘r’ is nog steeds een moeilijke klank. Die wordt vaak vervangen door een ‘l’ of een ‘w’.
  • Ook de ‘s’ zorgt soms nog voor problemen. Die wordt vaak nog slissend uitgesproken.
  • Sommige woorden zijn moeilijk om uit te spreken, dus maakt je kind er fouten mee: ‘stoepstengel’ in plaats van ‘soepstengel’ is een bekend voorbeeld.

Andere ontwikkelingen

Lees ook over de sociaal-emotionele ontwikkeling en de lichamelijke ontwikkeling van je peuter.

Bronnen

  • Het wonder van de taalverwerving. Basisboek voor de opvoeders van jonge kinderen (1997), Sieneke Goorhuis-Brouwer. Uitgeverij de Tijdstroom, Utrecht.
  • Adviseur bij het schrijven van dit artikel was taalexpert Joanneke Prenger.

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.