Praat en lees met je kind, om zijn
taalontwikkeling te
stimuleren.
Alle informatie over ouderschap op een rij
© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl
Als het even niet goed met je gaat, is het logisch dat je daarbij hulp zoekt. Bij je partner, een goede vriend of vriendin, of een professionele coach of therapeut. Ga je je kind als hulptroep gebruiken? Dan heeft dat negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van je kind. Want in dat geval kan hij geen kind meer zijn. Hij wordt met volwassen problemen opgezadeld en moet zich dus als volwassene gedragen. Dit heet parentificatie. Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont vertelt er meer over.
Het kan als ouder natuurlijk best even niet goed met je gaan. Je bent gewoon een mens en dat betekent dat je goede en minder goede periodes in je leven hebt. Dat is niets om je zorgen over te maken of iets om je voor te schamen. Want echt, zelfs als je buren je anders willen doen geloven, achter elke voordeur speelt wel iets.
Als het even niet zo goed met je gaat, dan zoek je daar waarschijnlijk hulp bij. Een liefdevolle partner kan je een zetje in de goede richting geven, of een goede vriend of vriendin. Ook zijn er mensen die het in boeken zoeken, of in spiritualiteit. Feit is in ieder geval dat als we ergens mee zitten, we naar hulptroepen op zoek gaan. We doen een beroep op de zorg van anderen en zo komen we er meestal wel weer uit. Niets aan de hand. We zijn op de wereld voor elkaar.
Het wordt een stuk ingewikkelder wanneer je je eigen kind als je eigen psychologische hulptroep in gaat zetten. Wanneer dat gebeurt, spreken we van parentificatie (parent = ouder en identificatie = gelijkstelling).
Parentificatie wil zeggen dat je kind zich in jullie gezin niet meer identificeert met zijn rol als kind, maar dat hij zich identificeert met de ouderrol die hij krijgt over zijn eigen ouder. Bij geparentificeerde kinderen wordt de eigen ontwikkeling van het kind op die manier geofferd aan het emotionele welzijn van de eigen vader of moeder.
Natuurlijk mag je kind het weten als jij bijvoorbeeld verdrietig bent, maar nogmaals: je mag je kind nooit inzetten als ‘volwassen’ hulptroep. Veel volwassenen die nu in therapie zitten, praten juist over de te grote emotionele broek die ze als kind hebben moeten aantrekken en de last die ze daar nu nog van hebben. Ze konden daardoor namelijk niet voldoende kind zijn in de periode die daar eigenlijk voor gereserveerd was.
We zagen dit vroeger veelal terug bij kinderen van verslaafde ouders of ouders met psychische problemen. Maar we zien parentificatie ook steeds meer terug in wat we verder ‘normale opvoedsituaties’ zouden kunnen noemen. Ik licht er drie uit.
Wanneer ouders scheiden, neemt één van beide ouders vaak de ‘zielige’ positie in. Kinderen van gescheiden ouders kunnen op die manier worden aangezet tot parentificatie. Ze gaan zorgen voor de ouder die zich het meest gekwetst voordoet.
Wanneer enig kinderen ouders hebben die zich te weinig kunnen schikken naar de kinderwereld, kunnen kinderen als reactie daarop ook geparentificeerd raken. Ze nemen afstand van de kinderrol en meten zich vervolgens een (te) volwassen rol aan, om op die manier bij hun ouders in een goed blaadje te komen.
Juist in deze tijd van crisis hebben ouders veel aan hun hoofd. Ze kunnen bijvoorbeeld een restschuld bij de bank hebben, hun baan kwijt zijn of dreigen ontslagen te worden. Als problemen uit de volwassen wereld daardoor teveel de kinderwereld binnendringen, ligt parentificatie ook bij deze gezinnen op de loer.
Mensen die hun kinderen parentificeren, hebben dat meestal zelf niet zo snel in de gaten. Het is vaak eerder de omgeving die het ziet. Hier wat aanwijzingen die je kunnen helpen parentificatie te herkennen.
Auteur: Steven Pont
Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.