Praat en lees met je kind, om zijn
taalontwikkeling te
stimuleren.
Alle informatie over ouderschap op een rij
© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl
Een gewone bevalling, zonder complicaties, doorloopt drie fasen.
Bijna alle bevallingen vinden plaats in de periode van 3 weken voor tot 2 weken na je uitgerekende datum. Dus tussen week 37 en week 42. Binnen deze periode kun je onder leiding van je verloskundige bevallen. Thuis of poliklinisch in het ziekenhuis.
Een bevalling duurt gemiddeld 12 tot 16 uur, gerekend vanaf het moment dat de weeën elke 5 minuten (of vaker) komen. Een volgende bevalling gaat meestal iets sneller.
De geboorte van een kind verloopt altijd in drie fasen.
Als eerste wordt je baarmoedermond zacht en week. Dat noemen verloskundigen ook wel: het verstrijken van de baarmoedermond. Daarna moet je baarmoedermond open gaan. Er moet een zodanig grote opening ontstaan, dat je baby erdoor kan. Dat noemt men ontsluiting. Ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat je baarmoedermond steeds een klein stukje verder open gaat.
De ontsluitingsfase kan best lang duren, gemiddeld zo’n 12 uur. De eerste 4 centimeter duren het langst. Daarna gaat het sneller. Zodra je 10 centimeter ontsluiting hebt, mag je gaan persen. Bij je eerste bevalling duurt de ontsluiting meestal langer dan bij je tweede of volgende bevalling.
Bij 10 centimeter ontsluiting begint de tweede fase van je bevalling: de uitdrijving. Je krijgt nu persweeën: je mag daarmee actief gaan meepersen. Zo pers je je kind door het geboortekanaal naar buiten.
Eerst moet je kind met zijn hoofdje door je bekken. Dat heeft zo’n vorm, dat het hoofdje er zijwaarts in moet: je kindje kijkt als het ware naar je zij. De bekkenuitgang is weer net iets anders van vorm: daarvoor moet het hoofdje een kwartslag draaien. Zijn gezichtje lig nu niet meer opzij, maar naar beneden. De draai die je baby daar maakt, heet de inwendige spildraai.
Check: Soms komt een baby niet met zijn gezichtje naar beneden, maar naar boven gericht uit het geboortekanaal. In dat geval spreekt men van een ‘sterrenkijkertje’.
Bij je eerste bevallig duurt deze fase ongeveer een uur tot anderhalf uur. Bij je tweede bevalling is dit veel korter: minder dan een uur. Bij een derde of later kind gaat het vaak nog sneller.
Schiet de uitdrijving niet op? Dan zijn er meerdere mogelijkheden om je kind geboren te laten worden:
Meestal wordt binnen 10 tot 30 minuten na de geboorte van je baby de moederkoek (of placenta) nog uitgestoten door je baarmoeder. Dit heet de nageboorte. Gebeurt dit niet vanzelf? Dan moet de placenta op de operatiekamer worden verwijderd. Je moet dan zelf helaas onder narcose.
De placenta laat in je baarmoeder een grote wond na. Daardoor kun je nog 7 tot 10 dagen na de bevalling blijven nabloeden. Na 2 weken is het bloedverlies meestal gestopt, of nog minimaal. Bel je verloskundige als je bloed blijft verliezen.
Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.