Praat en lees met je kind, om zijn
taalontwikkeling te
stimuleren.
Alle informatie over ouderschap op een rij
© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl
Vanaf 6 jaar leert je kind op school drie belangrijke vaardigheden: lezen, schrijven en rekenen. Op basis daarvan kan je kind weer veel meer gaan leren.
Als je kind kan lezen, is hij ineens groot. Er gaat een wereld voor hem open. Het feit dat hij kan lezen maakt hem in één klap een stuk zelfstandiger, maar ook een stuk minder beschermd. Je kunt hem niet meer zo goed beschermen tegen informatie waarvan je zou willen dat hij het (nog) niet leest. ‘Een kind dat kan lezen, kan op eigen gelegenheid gaan deelnemen aan de cultuur van het geschreven woord, met alle positieve en negatieve aspecten daarvan’ (Kohnstamm).
Leren lezen is een ingewikkeld proces, waarvoor je kind een aantal specifieke vaardigheden moet combineren. Zo moet hij:
Check: Het is dus helemaal niet gek als je kind er een tijd over doet om te leren lezen.
In het verlengde van lezen ligt schrijven. Toch heeft je kind daar weer andere vaardigheden voor nodig, met name oog-handcoördinatie en fijne motoriek. De juiste pengreep en het besturen van zijn vingerkootjes zijn motorische vaardigheden die hij pas als laatste leert.
Ook moet je kind leren dat er een verband bestaat tussen de klanken die hij al kent en de letters die hij aan het leren is. Meestal schrijft je kind in het begin nog precies wat hij hoort: ‘bed’ wordt ‘bet’ en ‘horloge’ wordt ‘hloosju’. Probeer dat soort fouten niet te verbeteren. Hij leert vanzelf hoe die woorden echt gespeld moeten worden.
Check: Als je kind een beginnende schrijver is, dan schrijft hij letters nog wel eens in spiegelbeeld. Of zijn naam achterstevoren. Dat heeft ermee te maken dat zijn hersenhelften nog niet helemaal op elkaar afgestemd (gelateraliseerd) zijn.
Rekenen is de derde basisvaardigheid die je kind op school leert. Rekenen is belangrijk omdat je daarmee allerlei wetmatigheden kunt begrijpen, beredeneren en kunt voorspellen. De wereld zit vol met dat soort wetmatigheden: ik heb 4 koekjes en ik geef er 1 weg. Hoeveel heb ik er dan over? Of: ik moet een uur rijden van huis naar oma. Ik ga om kwart over 12 weg. Hoe laat kom ik dan aan?
Rekenen is ook belangrijk als je met geld moet omgaan. Een belangrijk inzicht over geld komt rond 7 jaar. Vóórdat je kind 7 is, weet hij wel dat geld bestaat, maar niet wat de functie ervan is. Geld is er gewoon. Dat haal je uit de muur. Betalen is meer een ritueel dan een transactie. Vanaf 7 jaar leert je kind dat je met geld dingen kunt kopen. Dat je genoeg geld moet hebben om iets te betalen, anders mag je het niet meenemen uit de winkel. Dat je wisselgeld krijgt als je te veel hebt betaald. Andere economische begrippen, zoals geld verdienen, rente en winst, leert je kind pas later begrijpen: rond 11 jaar.
Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.