Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

De ontwikkeling van je kind tussen 6 en 9 jaar

Tussen 6 en 9 jaar verandert je kind van een grote kleuter in een echt schoolkind. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in deze periode?

Lichamelijke ontwikkeling

Tussen 6 en 9 jaar groeit je kind snel. Met 6 jaar is zijn gewicht gemiddeld 22 kilo. Als hij 8 jaar oud is, dan weegt hij rond de 27 kilo en is hij ongeveer 1.30 meter lang.

Wat kan hij nu?

Met 6 jaar kan je kind:

  • goed zijn evenwicht bewaren op één been, ook met zijn ogen dicht;
  • 3 traptreden tegelijkertijd nemen;
  • zonder zijwieltjes fietsen.

Vanaf zijn 7e verjaardag wordt je kind voorzichtiger en rustiger. Hij krijgt meer controle over zijn lichaam en denkt meer na voordat hij iets doet. En hij leert ook om meer geduld te hebben. Meisjes zijn hierin trouwens iets sneller dan jongens.

Taalontwikkeling

Vanaf 6 jaar maakt je kind steeds betere zinnen. Hij leert steeds meer woorden goed gebruiken. Op school leert je kind lezen; dat is een enorm grote stap! Tegelijk geeft het lezen zijn taalontwikkeling weer een impuls, want daarmee vergroot hij zijn woordenschat. Hij leert dat een woord verschillende betekenissen kan hebben, en dat er regels zijn waar de taal zich aan houdt (grammatica). Zo leert hij ook om na te denken over taal. Jongens lopen ongeveer 1,5 jaar achter op meisjes wat taalontwikkeling betreft.

Cognitieve ontwikkeling

Op school leert je kind lezen, schrijven en rekenen. Dat zijn belangrijke mijlpalen in zijn cognitieve ontwikkeling. Want voor alle andere schoolvakken moet hij kunnen lezen, schrijven en soms ook rekenen.

Tussen 6 en 7 jaar maakt je kind een grote sprong in zijn cognitieve ontwikkeling. Hij leert namelijk om concreet te denken. Dat betekent dat hij minder fantasie krijgt. Hij denkt nog wel in plaatjes: wat hij leert, moet hij vóór zich kunnen zien. Dit helpt hem bij het leren van de schoolvakken. Hij leert bijvoorbeeld dat een P altijd dezelfde vorm heeft. En dat tellen een vaste volgorde heeft: eerst komt 1, dan pas 2.

Sociaal-emotionele ontwikkeling

  • Je kind gaat steeds meer over zichzelf nadenken: ‘Wat kan ik? Wat kan ik niet? Hoe zie ik eruit? Hoe voel ik me? Wat wil ik?’ Vanaf een jaar of 8 vergelijkt hij zichzelf daarbij met andere kinderen: ‘Ik kan niet zo goed voetballen als Joep. Maar ik ben beter in tennis dan hij.’ In deze fase kun jij je kind helpen om een realistisch en positief zelfbeeld te ontwikkelen.
  • Rond 6 jaar kan je kind nog snel wisselen van stemming. Bij de overgang naar groep 3 kan je kind wat angstig of onzeker zijn. Maar naarmate hij ouder wordt, wordt hij evenwichtiger.
  • Aanvankelijk identificeert je kind zich nog sterk met jullie als ouders, en ook met oudere kinderen. Dat gedrag doet hij na. Langzaam richt hij zich meer op leeftijds- en seksegenootjes. In die contacten maakt hij kennis met agressief gedrag, ruzie, concurrentie, voor zichzelf opkomen en rekening houden met anderen.
  • Hoe ouder je kind wordt, hoe meer je hem kunt leren hoe hij moet omgaan met conflicten, afspraken en regels. Je kind kan zich namelijk steeds beter verplaatsen in de gevoelens van andere kinderen en volwassenen.
  • Je kind wordt onafhankelijker. Hij gaat zijn eigen gedrag én dat van anderen meer vanuit een ethisch oogpunt beoordelen: zo moet het, en niet anders. Spelregels en normen past hij eerst nog vrij strak toe, maar vanaf 8 jaar kan hij zien dat er achter het gedrag van een ander (of hemzelf) een bepaalde bedoeling zit.

Bronnen

  • Website van het Centrum voor Jeugd en Gezin Den Haag (december 2011).
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling op de website van SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling).

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.