Praat en lees met je kind, om zijn
taalontwikkeling te
stimuleren.
Alle informatie over ouderschap op een rij
© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl
Tussen 4 en 6 jaar is je kind een kleuter. Er breekt een nieuwe tijd voor hem aan, want hij gaat naar school. Hoe ontwikkelt hij zich op lichamelijk, sociaal-emotioneel en cognitief gebied?
Op lichamelijk gebied is de ontwikkeling van je kind bijna voltooid. Hij kan nu nieuwe bewegingspatronen gaan aanleren. Dat is nodig als hij op een sport wil gaan, of op zwemles gaat.
In deze periode groeit je kind ongeveer 6 centimeter en 2 kilo per jaar. Je kind wordt slanker; daardoor gaat hij er wat ‘volwassener’ uitzien.
De motoriek ontwikkelt zich verder: je kind wordt rechts- of linkshandig. Dat hangt af van welke hersenhelft overheerst. De grove en fijne motoriek worden steeds complexer. Je kind kan nu nieuwe bewegingspatronen leren door deze bewust te oefenen. Zo kan hij dus leren tekenen en schrijven. Maar hij kan ook een sport gaan beoefenen.
Naar school gaan zorgt voor een hoop nieuwe uitdagingen op sociaal en emotioneel gebied. Tijdens het samen spelen en samen praten leert hij dat hij op zijn beurt moet wachten en dat hij problemen niet kan oplossen met een klap. Terwijl hij de realistische wereld steeds beter gaat begrijpen, speelt fantasie nog steeds een belangrijke rol.
Je kleuter leeft in 2 werelden: de echte wereld, waarin dingen zichtbaar, hoorbaar en voelbaar zijn en een fantasiewereld. Daarin speelt de fantasie van je kind een grote rol. Of je kind nu alleen speelt of met andere kinderen: vaak speelt hij een fantasiespel waarin hij allerlei rollen vervult. Daarbij bepaalt hij zijn eigen regels. Grappig genoeg kunnen de echte en de fantasiewereld prima naast elkaar bestaan voor je kind.
Nog steeds kan je kleuter bang zijn voor verschillende dingen. Daarbij speelt zijn fantasie nog steeds een rol. Maar hij kan ook bang zijn voor situaties die onveiligheid of onbekendheid opleveren: verhuizen, of naar de tandarts gaan. Sommige kinderen zijn ook heel bang voor spinnen, wespen of honden.
Langzaam gaat je kind begrijpen dat zijn acties gevolgen kunnen hebben voor anderen. Hij weet dat hij iemand pijn doet als hij hem slaat, maar hij weet ook dat iemand heel blij kan worden van een cadeautje. Natuurlijk is je kind zijn driftbuien of boosheid nu niet meteen kwijt. Maar hij kan er wel al beter over nadenken. En je kunt hem leren om eerst na te denken voordat hij schopt of slaat.
Je kleuter krijgt een steeds realistischere kijk op de wereld om hem heen. Hij gaat de wereld steeds beter begrijpen. Hij is geïnteresseerd in oorzaak en gevolg en gaat steeds meer vragen stellen over het ‘waarom’ van dingen. Probeer daar altijd zo goed mogelijk antwoord op te geven; je kind wil graag dat je hem en zijn vragen serieus neemt. Bovendien stimuleren jouw antwoorden hem om verder na te denken.
Ook op school wordt er veel gepraat over de wereld om je kleuter heen. Hij maakt al een begin met letters lezen en ordenen (rekenen), als voorbereiding op het echte leren in groep 3. Langzaam leert hij om op een abstracte manier over de wereld na te denken. Bovendien wordt hij door de voortdurende omgang met leeftijdsgenoten minder egocentrisch.
Al heel veel begrippen snapt je kleuter: veel en weinig, dichtbij en ver weg, morgen en vandaag. Maar het echte ‘grote plaatje’ heeft hij nog niet. Hij kan nog niet klokkijken en hij kan nog geen plattegrond tekenen bijvoorbeeld. Dat leert hij allemaal pas na zijn zesde verjaardag.
Lees ook over de taalontwikkeling van je kleuter.
Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.