Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

Vastdenken in de opvoeding

De manier waarop je over het lastige gedrag van je kind denkt, kan dat gedrag juist versterken. Daarom is het goed om een aantal patronen in je eigen denkhouding op te sporen. Kun je die veranderen? Grote kans dat je het gedrag van je kind dan niet meer als lastig ervaart.

Lastig gedrag

Naast het hebben van irreële verwachtingen over het krijgen van kinderen, is er nog een reden waarom je als ouder de veroorzaker, instandhouder of zelfs versterker van lastig gedrag bent. En die heeft te maken met je eigen manier van denken. Door de manier waarop je over het lastige gedrag van je kind denkt, maak je dat gedrag alleen maar erger.

Vastdenkpatronen

In zijn boek Lastige kinderen? Heb jij even geluk beschrijft Berthold Gunster vier klassieke denkpatronen die ervoor zorgen dat je van een probleem een ramp maakt. Alsof je in een vlekje wrijft om het weg te werken, maar het daarmee alleen maar groter maakt. Vastdenken, noemt Gunster dat.

Alles wat je aandacht geeft, groeit

Misschien is er helemaal geen probleem, maar maak je er een probleem van omdat je er aandacht aan geeft. In je hoofd, maar ook in je woorden. Als je het gedrag van je kind corrigeert door te zeggen: ‘Niet doen!’, dan benadruk je het gedrag dat je niet wilt zien. Je vestigt de aandacht op wat niet mag. Daardoor wil je kind het alleen nog maar méér doen.

Tip: Formuleer je instructie niet negatief (‘Stop met vechten!’), maar positief: ‘Ga even rustig op de bank zitten.’ Bestrijd niet wat je niet wilt, maar bekrachtig wat je wel wilt.

Doordat je je kind iets verbiedt, voelt hij zich beperkt in zijn autonomie. Daardoor zal hij zich alleen maar lastiger gaan gedragen.

Zodra iemand je iets verbiedt, voel je je beperkt in je vermogen zelf te kunnen beslissen. Als er iets is waar mensen zich tegen zullen verzetten, dan is het wel hun gevoel van vrijheid en autonomie. De behoefte als autonoom wezen gezien te worden is zo sterk, dat kinderen en jongeren die het gevoel hebben dat ze ten onrechte in hun autonomie beperkt worden per definitie lastig gedrag zullen vertonen. Het is niets anders dan gezond verzet. (uit: Lastige kinderen? Heb jij even geluk, van Berthold Gunster, p 171.)

Je wilt het probleem analyseren en oplossen

Je denkt: ‘Als ik nou maar weet wat de oorzaak van het probleem is en ik neem die oorzaak weg, dan is het probleem opgelost.’ Het is natuurlijk maar de vraag of er wel zoiets bestaat als ‘de oorzaak’ van het gedrag van je kind. Vaak is de vraag waarom een kind zich lastig gedraagt, heel ingewikkeld. Daar is niet één duidelijke oorzaak voor aan te wijzen. Is het iets in zijn persoonlijkheid? Slaapt hij slecht? Heeft hij ruzie met een vriendje? Bovendien: door te onderzoeken wat er allemaal niet goed gaat, versterk je het idee dat er van alles niet goed gaat.

Tip: Onderzoek wat er al wèl goed gaat. En probeer dat te versterken.

Voorbeeld

Gunster geeft hiervan een mooi voorbeeld: een jongen van 9 kan al weken niet goed slapen. Zijn vader vraagt hem: ‘Waarom kun je niet slapen? Wat is er? Ben je bang? Of verdrietig?’ Het kind antwoordt ontkennend. De vader is ten einde raad en weet niet meer wat hij moet doen. Dan besluit hij om het probleem om te denken, en hij vraagt: ‘Wanneer slaap je dan wel goed? Wat heb je daarvoor nodig?’ Zijn zoon zegt: ‘Ik wil dat je twee liedjes voor me zingt.’ De vader zingt twee liedjes en het kind valt tevreden in slaap.

Actie en reactie versterken elkaar

Simpele en logische instructies van jou leiden niet altijd tot simpel en logisch gedrag van je kind. Toch verwacht je dat wel. Hoe vaak heb je je zoon al verteld dat hij niet met de kussens van de bank mag gooien? Met die simpele instructie verwacht je dat hij daarmee ophoudt. Maar je kind is geen robot.

We vormen met onze kinderen een dynamische relatie, een systeem, waarbinnen het kind een zelfstandige eenheid vormt die in vrijheid en autonomie kan kiezen op onze acties te reageren, ze te negeren of op eigen initiatief, los van alles wat wij doen, zelf acties te genereren, te ageren. Alles wat we doen kan daardoor als een boemerang naar onszelf terugkeren. (uit: Lastige kinderen? Heb jij even geluk, van Berthold Gunster, p. 184)

Je bent dus als ouder en kind voortdurend bezig om op elkaars gedrag en elkaars reacties te reageren. Dat proces kan zichzelf versterken.

Voorbeeld

Je dochter is al 7 maar plast nog steeds in haar bed. Je vindt dat ze daar nu echt te groot voor is en wordt boos. Daardoor ligt je dochter ’s nachts zo gespannen in bed, dat ze weer in bed plast. Je reactie heeft dus een averechts affect. Als je dit patroon niet op tijd doorziet, kan de relatie met je dochter een behoorlijke deuk oplopen.

Tip: Realiseer je dat het lastige gedrag van je kind beste eens een reactie op jouw eigen gedrag zou kunnen zijn. Met name als het lastige gedrag in de loop van de tijd erger wordt, bestaat de kans dat jullie gevangen zitten in een proces dat zichzelf blijft herhalen en versterken. Is dat het geval? Stop dan met de aanpak die je gewend bent, en doe eerst even niks voordat je iets nieuws gaat proberen. Je kunt je zoon of dochter ook vragen om mee te denken over hoe jullie samen het patroon kunnen doorbreken.

Je hebt geen oog voor het effect op de langere termijn

Als jij een opvoedingsactie onderneemt, kun je op korte termijn een gewenst resultaat behalen (je kind gehoorzaamt). Het lijkt dan alsof je actie succesvol is. Maar wat je niet meteen ziet, is het effect van je actie op langere termijn. Het zou kunnen dat het probleem op de lange termijn alleen maar groter wordt.

Voorbeeld

Gunster geeft het voorbeeld van twee broers die door hun ouders vrij streng werden opgevoed. Niet roken, niet drinken, niet uitgaan. Zolang deze broers nog thuiswoonden, hielden ze zich aan deze regels en deden vrijwel niets waarvoor ze door hun ouders gestraft zouden kunnen worden. Maar toen ze eenmaal het huis uit gingen en op kamers gingen wonen, sloegen ze totaal los. Door hun strenge opvoeding was alles wat thuis niet mocht ineens ontzettend aantrekkelijk geworden en wilden ze een tijdlang niets anders meer. Zo had het opvoedingsgedrag van hun ouders een vertraagd effect.

Wat is omdenken?

Omdenken bij de opvoeding helpt je om het lastige gedrag van je kind niet als probleem, maar als mogelijkheid te zien. Omdenken maakt van een probleem een feit: zo kun je van ja-maar (het gedrag van mijn kind is niet wat het zou moeten zijn en dat is een probleem) naar ja-en (het gedrag van mijn kind is, wat het is).

Aanbevolen websites

  • Meer informatie over en voorbeelden van omdenken vind je op de website Omdenken.nl.

Bronnen

  • Lastige kinderen? Heb jij even geluk. Omdenken in opvoeding en onderwijs (2012), Berthold Gunster. Uitgeverij A.W. Bruna, Utrecht.

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.