Praat en lees met je kind, om zijn
taalontwikkeling te
stimuleren.
Alle informatie over ouderschap op een rij
© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl
Verreweg de meeste baby’s komen gezond ter wereld. Maar er bestaat altijd een kleine kans dat je kind een aangeboren afwijking of aandoening heeft. Om dat al voor de bevalling op te sporen, kan je verloskundige een aantal onderzoeken doen. Dat heet ook wel ‘prenatale screening’.
Een aangeboren ziekte of afwijking hoeft niet meteen levensbedreigend te zijn. Er zijn ook afwijkingen die vanzelf overgaan of waar je kind niet veel last van heeft. Maar soms is een aandoening behoorlijk serieus. En dan is het misschien goed om van tevoren te weten waar je aan toe bent.
In de meeste gevallen is prenataal onderzoek een vorm van kansbepaling. De uitslag geeft aan of je een verhoogde kans hebt op een kind met een afwijking. Zo'n onderzoek geeft dus geen zekerheid dat je kind iets heeft, of dat je kind helemaal gezond is.
In Nederland bedoelen we met ‘een verhoogde kans’ een kans van 1 op 200, of een grotere kans.
Met prenatale screening wordt bekeken of je een verhoogde kans hebt op een kind met een chromosomale afwijking of een lichamelijke afwijking.
De bekendste chromosomale afwijking is het syndroom van Down. Een kind met het syndroom van Down is verstandelijk gehandicapt en heeft ook kans op lichamelijke afwijkingen. Hoe ouder je bent, hoe meer kans je hebt op een kind met Down. Daarnaast bestaan ook nog andere syndromen, die voor ernstigere afwijkingen zorgen.
Al vroeg in de zwangerschap worden het ruggenmerg en de hersenen gevormd. Gaat er op dat moment iets mis? Dan kan je kind geboren worden met een open ruggetje of open schedel. De kans hierop is groter als je suikerziekte hebt of medicijnen tegen epilepsie gebruikt. Je kunt foliumzuur slikken om de kans te verkleinen. Met de 20-wekenecho kan de echoscopist een aantal zichtbare afwijkingen aan het skelet en de organen ontdekken.
Er zijn verschillende onderzoeken mogelijk:
Geeft de test aan dat je inderdaad een verhoogde kans hebt op een kind met een chromosomale of lichamelijke afwijking? Dan kun je verder onderzoek laten doen. Dat heet prenatale diagnostiek.
Een verloskundige mag je uit zichzelf nooit een test aanbieden. Daar moet je zelf om vragen. Je verloskundige mag je alleen advies geven. Uiteindelijk ben jij degene die beslist of je prenataal onderzoek laat doen. En dat is best een lastige keuze.
Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.