Anababa | Expertise voor Ouders

© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl

Dagopvang in de praktijk

Hoe vaak en op welke dagen gaat je kind naar de crèche? En wat doet je kind allemaal tijdens een dag op het kinderdagverblijf?

Hoeveel dagen opvang is optimaal voor je kind? Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont geeft zijn mening.

Hoe vaak gaat je kind naar de dagopvang?

Hoeveel dagen per week je kind naar het kinderdagverblijf gaat, bepaal je zelf. De meeste kinderopvangorganisaties hanteren een minimum aantal dagen of dagdelen. Anders duurt het misschien te lang voordat je kind gewend is. Gemiddeld gaan kinderen in Nederland 3 dagen per week naar de crèche. Maar ook 4 dagen is niet ongebruikelijk. Hoeveel dagen jij en je partner werken, bepaalt meestal het aantal dagen opvang dat je nodig hebt.

Tip: Je kunt ook in halve dagen gebruik maken van dagopvang.

Populaire dagen

Dinsdag en donderdag zijn de drukste dagen op de dagopvang. Want ouders die in deeltijd werken, zijn vaak op maandag, woensdag of vrijdag vrij. Op die dagen hebben ze dan geen opvang nodig. Ben jij of is je partner flexibel in werkdagen? Dan kun je overwegen om vrij te zijn op dinsdag of donderdag, en je kind naar de crèche te brengen op maandag, woensdag en/of vrijdag. Zo heb je meer kans op een opvangplek. En een rustigere groep voor je kind.

Wat doet je kind de hele dag op de crèche?

De pedagogisch medewerkers zorgen voor een interessante, afwisselende en leerzame invulling van de dag. Daarbij letten ze op de leeftijd, ontwikkeling en interesses van je kind. Vanaf 3 jaar wordt je kind spelenderwijs voorbereid op de basisschool.

Activiteiten voor baby’s

Een belangrijk deel van de dag is je baby bezig met slapen, eten en verzorgd worden. Daartussendoor doen de pedagogisch medewerkers spelletjes met je kind, bijvoorbeeld:

  • beweegspelletjes
  • spelletjes met geluiden
  • spelletjes met pakken, knijpen en gooien

Verder vindt je baby het waarschijnlijk erg leuk om naar de grotere kinderen te kijken.

Activiteiten voor peuters

Als je kind wat groter wordt, dan kan hij meer. En dan vindt hij ook andere dingen leuk. Als peuter kan hij bijvoorbeeld:

  • bouwen met blokken
  • puzzelen
  • in de huizenhoek (vroeger heette dat de poppenhoek) spelen
  • tekenen, verven, prikken, knippen en plakken
  • kleien
  • liedjes zingen en naar muziek luisteren
  • buiten spelen: rennen, klimmen, glijden
  • spelen in de zandbak of met de watertafel

Thema’s

Vaak wordt er een thema gebruikt om activiteiten aan te koppelen. Bijvoorbeeld ‘lente’ of ‘beroepen’. Spelenderwijs leert je kind dus ook het een en ander over de wereld om hem heen.

Aandacht voor taal en beweging

Kinderopvangorganisaties vinden het steeds belangrijker om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling en ze voor te bereiden op de basisschool. Daarom besteden veel kinderdagverblijven extra aandacht aan taal en aan bewegen:

  • Met voorlezen, vertelplaten en kringgesprekjes stimuleren pedagogisch medewerkers je kind om te praten.
  • Als je kind al jong leert hoe leuk bewegen is, dan zal hij het later meer doen. Daarom doen veel crèches extra beweegspelletjes en -activiteiten met hun kinderen.

Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.